Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dit tweede doet [41]gijlieden ook, dat gij het altaar des HEEREN [42]bedekt met tranen, met wening en met zuchting; zodat [43]Hij niet meer [44]het spijsoffer aanschouwen, noch met welgevallen van uw hand ontvangen wil. 41. Die vreemde vrouwen trouwt. 42. Niet met uw eigen tranen der boetvaardigheid, maar met de tranen uwer vrouwen, doordien gij uw echte vrouwen oorzaak geeft den Heere het ongelijk te klagen, hetwelk gij haar aandoet, mits nevens haar andere of uitlandse vrouwen trouwende. Zie Lev.18:18; 1 Sam.1:6. 43. Te weten, de Heere. 44. Hetwelk gijlieden hem offert.